Levende taal

 
 

Natuurlijk lezen

Natuurlijk lezen is lezen aan de hand van taal en teksten van kinderen. De koppeling van ‘techniek’ aan ‘begrip’ is van begin af aan belangrijk. Ook al bij de kleuters.

De leerkracht kan de verhalen - die zij in de praatronde hoort - kort opschrijven, waarna je kind er een tekening bij kan maken. Omgekeerd kan het ook (dit zien we vooral in de kleuterklassen).

Het gaat hier niet om losse woorden schrijven, maar om de ontdekking dat ervaringen ook in woorden weergegeven kunnen worden. Zo zijn de eerste zinnen van je kind op schrift verbonden met z’n eigen gedachten en ervaringen.

Lezen doe je niet voor ‘later’, maar voor ‘nu’

In traditionele leesmethoden gaat het vaak om mededelingen of woorden die - hoe leuk ook gebracht - veel kinderen niet of nauwelijks raken. De zinnen hebben dikwijls niet zoveel inhoud, want de kinderen zijn op dat moment met heel andere dingen bezig. Leren lezen is zo een geïsoleerde techniek. De kinderen begrijpen zelden wat ze lezen.

In het freinetonderwijs neemt lezen een centrale plaats in. Zo komt je kind er snel achter wat hij of zij ermee kan doen. Lezen is iets dat je kind kan gebruiken en net daarom zal je kind het willen leren. Leren lezen doe je niet voor ‘later’, maar voor ‘nu’.

- Klas Astrid kreeg twee salamanders in de klas. Het ideale moment voor de kleuters om de wereld van de kikkers, padden en salamanders te leren kennen. Ze zochten de namen op in boeken. Legden de letters in de juiste volgorde en ontdekten de levensloop van de kikker: van kikkervisje tot volwassen kikker.


Tekstbespreking

De tekst van je kind bespreken we in de groep. We schrijven de tekst uit op het bord of we vermenigvuldigen hem. We schaven de tekst bij. “Is hij helder genoeg?”, “Wat is de bedoeling van de schrijver?”, “ Is er een logische opbouw?” en “Is de spelling wel oké?”. De inbreng van de medeleerlingen is groot, maar de schrijver behoudt een belangrijke stem.

De kinderen ervaren zo dat taal een flexibel werktuig is. Grammaticale oefeningen integreren we in de besprekingen. De kinderen krijgen zicht op de verschillende soorten zinnen. Ook spelling kan hier aan bod komen. Leren spellen is ook het leren herkennen en corrigeren van woorden. Nalezen en corrigeren wordt een werkhouding.

Correspondentie

Een tekst uitwisselen met iemand buiten de klasgroep is enorm belangrijk in onze school. Het is de motor voor functioneel schriftelijk taalgebruik.

  • wat je opstuurt moet duidelijk geformuleerd zijn,

  • je kan er geen uitleg bij geven zoals in de klas,

  • je vermijdt fouten in de teksten, want je wil goed overkomen naar de buitenwereld en

  • je kijkt ook uit naar de reacties van de correspondentievrienden
    (vaak zijn die reacties dan weer aanleiding voor een grondig onderzoek).

- Emma, Aylana, Sam en Kiandra uit klas Ellen deden een project over afval. Ze zochten uit hoelang het duurt vooraleer afval verteert en zochten allerlei oplossingen om het padje naast de school proper te houden. Ze stuurden een mailtje naar de burgemeester om het probleem aan te kaarten en stelden oplossingen voor.


De aard van de correspondentie evolueert met de leeftijd van de kinderen. De jongste kleuters zijn nog sterk op zichzelf gericht en moeten elkaar geregeld eens zien om iets uit te wisselen. Maar ze kunnen wel al tekeningen, foto’s, filmpjes ... naar elkaar sturen.

De oudste leerlingen kunnen corresponderen met een klas in het buitenland in een andere taal (Frans, Engels …). Zo biedt correspondentie ook de mogelijkheid om in die vreemde taal tot schriftelijke communicatie te komen.

- Klas Ellen leert Frans door te corresponderen met een klas in Laveu, in de buurt van Luik


Drukpers

Freinet was erg bezig met de drukpers. Hiermee kon zijn klas snel teksten vermenigvuldigen. De teksten bleven ook langer bewaard. De drukpers is nog steeds belangrijk in het freinetonderwijs. We maken er uitnodigingen en klas- en schoolkranten mee.

Drukvormen beelden iets uit dat getekend of geschreven is. Tegelijk krijgen teksten zo een realistische dimensie. Wat je kind drukt, kan hij of zij in oplage verspreiden. Uiteraard gebruiken we nu ook volop de computer en de kopieermachine.

Een aantal druktechnieken en illustratievormen zijn: zeefdruk, houtdruk (-sjablonen), monoprint, kartondruk, linodruk, rubberdruk, aardappelgravure, droge naald, plantendruk, drukken met natuurlijke materialen, kitchen lithografie …

Wie wil er nu zinloos, doelloos en louter mechanisch bezig zijn? Werk moet juist inspireren.
— De invarianten van Freinet

Joke over Levende taal in onze school

- we maakten dit filmpje in juni 2020